Stage Fysiotherapie Roemenië 2005
Achtergrond afstudeerproject fysiotherapie Sibiu, Roemenië
Eind november werd de Stichting Werkgroep Urgenta benaderd door twee fysiotherapie studenten (Froukje en Mariëlla) van de Avans Hogeschool Breda, met de vraag of wij hen konden helpen met hun afstudeerproject in het buitenland. Zij wilden dit graag in Roemenië doen. Urgenta heeft met plezier aan dit verzoek voldaan en inmiddels verblijven de twee studenten in Roemenië om hun project uit te voeren.
De studenten lopen een stage van vier maanden in het Fysiotherapie II gebouw van het Academisch Ziekenhuis, Sibiu. Zij zijn vertrokken op 1 februari en eind mei komen zij weer thuis. De technici van Urgenta, die in maart vertrekken voor de projecten van 2005, kunnen dus even een kijkje gaan nemen.
Vanuit Roemenië houden zij ons op de hoogte van hun avonturen en beslommeringen….
[tabs class=”yourcustomclass”]
[tab title=”21 februari” active=”active”]
21 februari
We zijn hier nu ongeveer drie weken en hebben al ontzettend veel meegemaakt, leuke en minder leuke ervaringen. Onze vlucht ging goed. We hadden maar een paar minuten vertraging. En in Boekarest stond onze contactpersoon, Alexandra, ons op te wachten. Na vele e-mails hebben we elkaar dan eindelijk ontmoet. En vanaf het begin klikte het. In de auto hebben we lekker met zijn vieren meegezongen (tenminste met de nummers die we kenden) met de muziek. Toen we net buiten Boekarest reden waren de eerst putten in de weg een feit (welcome to the romanian roads, was de reactie van onze contactpersoon).
We werden afgezet bij een mooie flat. Dat bleek ons verblijf voor de komende vier maanden te zijn. En dat bevalt tot nu toe uitstekend. We hebben een eigen kamer met eigen douche en toilet. Ook hebben we het al voor elkaar gekregen om de, alleen Roemeens sprekende, conciërge te begrijpen.
De volgende dag heeft Alexandra ons een rondleiding door Sibiu gegeven. Hierdoor kunnen we zelfstandig het centrum van de stad, het ziekenhuis en het Fysiotherapie-II-gebouw vinden.
Op onze eerste dag in het Fysiotherapie-II-gebouw werden we door (ik denk) de hoofdzuster gedropt in de oefenzaal. Tot ons geluk werkt daar een fysiotherapeute die Engels spreekt. Dit maakt het werken en aanwezig zijn wel makkelijker voor ons. Haar kunnen we ook vragen stellen over de oefeningen die ze geeft.
We zijn er in de afgelopen weken ook achter gekomen hoe de fysiotherapie in Roemenië in elkaar steekt. Het is hier namelijk zo dat de dokter, gespecialiseerd in fysiotherapie, de patiënt onderzoekt en een behandelplan opstelt. Dit bestaat vaak uit verschillende therapievormen. De fysiotherapeuten voeren dit behandelplan uit. Iedereen doet zijn eigen onderdeel. Ze hebben namelijk allemaal hun eigen afdeling in het gebouw. Er zijn therapeuten voor in de oefenzaal, voor de elektrotherapie, voor de massage, voor de paraffine- en voor de hydrotherapie.
Alexandra regelt veel dingen voor ons. Op dit moment is ze bezig met het regelen van ons visum voor de vierde maand. We zijn erg blij dat zij dat wil doen voor ons. Het schijnt namelijk nogal veel papierwerk te zijn. Ze heeft denk ik al een formulier of vijf in orde gemaakt. We zijn benieuwd of het nu gaat lukken.
Onze eerste Roemeense les is ook een feit. Wat een rampzalige taal. De uitspraak van sommige letters is zo moeilijk dat onze tongen al een dubbele knoop bevatten. Maar zoals altijd gezegd wordt: alle begin is moeilijk. Volgens Alexandra gaan we het wel leren. Dus laten we daar dan maar op hopen.
Afgelopen weekend zijn we voor het eerst uit geweest. Zo beleefd als de Roemenen zijn. Er waren jongens die hun bierflesje op ons tafeltje wilden zetten. Voordat ze hun flesje daar deponeerden werd dat eerst beleefd gevraagd. Onvoorstelbaar als je de Nederlandse stapgewoontes gewend bent. Ook dat duwen wat in Nederland heel normaal is, is hier uit den boze. Daarmee maak je de Roemenen erg boos. Ik ben blij dat wij begeleiding hadden. Komende zaterdag proberen we een andere club. Ook weer met begeleiding.
[/tab]
[tab title=”11 maart”]
11 maart
Afgelopen week hebben we onze eerste Roemeense traditie meegemaakt. En deze is genaamd Martisor. Het is een feest waarbij gevierd wordt dat het einde van de winter nadert en de lente begint. En het wordt gevierd op 1 maart. De mannen worden geacht cadeautjes te geven aan de vrouwen. Deze worden ook martisor genoemd. Dit kan echt van alles zijn. Wat ze wèl allemaal gemeen hebben is dat er een touwtje of een lintje in de kleuren rood en wit bij zit. Wit staat voor het einde van de winter en rood voor het begin van de lente. In de dagen voorafgaand hieraan werden in het centrum allemaal standjes geplaatst waar ze die gekke dingen verkochten. Wij begrepen er al niks van, maar het was wel gezellig. Dus wij vonden het niet erg.
Het leuke was dat wij ook volledig ingewijd werden in de traditie. Van verschillende patiënten kregen wij een martisor. Ook Simona (de Engels sprekende therapeute) en dr. Luca deden mee. Op het moment dat je die dingen krijgt wordt je geacht om ze ook op te spelden. Want dat is bij bijna allemaal mogelijk. Dus om volledig mee te doen met de integratie hier, hebben we ze toch een dag gedragen. Er zijn Roemeense vrouwen die de martisors de hele maand dragen. Nu is het wachten op de volgende traditie.
Op 8 maart is het hier Women’s Day. En ook dat is iets wat uitgebreid gevierd wordt. Het begin hebben we afgelopen zaterdag al meegemaakt. We zijn uit eten geweest met het personeel uit het fysiotherapie-II-gebouw. Wat erg opvalt aan de feestjes hier is dat er altijd gedanst wordt. En ook hier hebben wij natuurlijk aan meegedaan. We hebben zelfs meegedaan aan een traditionele dans. Zo een waarbij je met z’n allen in een grote kring rondjes gaat draaien. Het grappige was dat op den duur iedereen iets anders deed. Hoe moeten wij als leken dan weten wat we moeten doen? Dat schiet natuurlijk niet op. Maar het was gezellig dus dan is het goed. Wat wel opviel tijdens het eten was dat er gewoon begonnen werd. Ook al is nog maar de helft aanwezig. Je begint gewoon. Misschien komt dat ook wel doordat niet iedereen precies op tijd kwam. Het begon rond 4 uur. De laatste arriveerde rond half 6.
Naast al dat feesten zijn we ook bezig met fysiotherapeut spelen. We beginnen steeds meer zelf te doen. Vooral wanneer we samenwerken met Simona. Aan haar kunnen we uitleggen wat we doen en waarom. Aan de andere therapeute is dat wat lastiger omdat die alleen Roemeens spreekt. Maar ook dat gaat steeds beter. Dus we blijven hoop houden. En dat is erg leuk. Ook het communiceren met de patiënten gaat beter door de enkele woorden Roemeens die we spreken. Alle dank gaat uit naar onze lerares, Alexandra. Door deze lessen is het voor ons mogelijk om de Roemenen al een klein beetje te begrijpen (als ze natuurlijk langzaam genoeg praten).
In de afgelopen weken hebben we een projectplan opgesteld voor ons afstudeerproject. We hebben besloten om oefenschema’s op te stellen voor de meest voorkomende ziektebeelden. Dit vond dr. Luca ook een goed idee. We zijn dus al begonnen met het observeren en noteren van de oefeningen die de patiënten nu krijgen. Dit gaan we doen voor twee weken. Daarna analyseren we de oefeningen en gaan we oefenprogramma’s opstellen. En uiteindelijk willen we proberen om ze hier in te voeren. Ik ben benieuwd hoever we daarmee kunnen komen.
[/tab]
[tab title=”28 maart”]
28 maart
Deze keer heeft het wat langer geduurd voordat ik weer van me liet horen. De reden is dat wij afgelopen week de mannen van Urgenta hier ontvangen hebben. En zij hebben ons uitgenodigd om in het weekend mee te gaan naar Sarata. Dit is een dorpje een 40 km van Sibiu vandaan. Zij wilden daar op bezoek gaan bij een bevriende familie. Na wat contact over en weer was het goed dat wij kwamen.
Zaterdagmiddag om 4 uur zijn we vertrokken. We waren aan het rijden over wegen die bijna de kwaliteit van de nederlandse wegen hebben, slaat Arnold opeens af op een weggetje waarvan ik dacht dat het geen weg was. Het was een onverharde weg die de toegang tot het dorp verleende. Toen we in het dorp aankwamen waren we volledig geklutst. De oorzaak hiervan kan gevonden worden in de grote hoeveelheid putten in de weg. In het dorpje zelf is ook geen enkele geasfalteerde weg te vinden. De bruggen over het beekje bestaan hoofdzakelijk uit een paar boomstammen met planken erover. Zeg maar, van die bruggen die veren als je erop springt.
Op het moment dat we aankwamen werden gelijk alle werkzaamheden gestaakt en moesten we de hele familie begroeten. En dit is dus ook de HELE familie; overgrootmoeder, opa en oma, pa en ma en de twee kinderen. Verder waren er ook nog een broer van moeders en zijn vrouw aanwezig. Of die nu ook nog een kind hadden kon ik niet meer bijhouden. Na verloop van tijd kwamen ook de buren een keer binnen en de zus van oma kwam ook kijken. Nadat we iedereen begroet hadden, moesten we naar binnen en werd de fles “tuica” tevoorschijn gehaald. En iedereen werd geacht mee te drinken. Dus ook wij. Ik heb het advies van Arnold maar opgevolgd en het glaasje in een keer naar binnen gegooid. Een paar minuten later brandde het nog in mijn keel. Maar nu blijkt dus dat als het glaasje leeg is, het net zo snel weer opnieuw gevuld wordt. Dat was dus weer een nieuwe ervaring.
Aan het eind van de avond moesten we toch een keer gaan slapen. Dus alle hulp werd opgetrommeld en uiteindelijk hebben Froukje en ik geslapen bij de zus van oma. Zij had een bed volledig opgemaakt voor ons, Delia en Camilia moesten dat zelf nog doen. Die sliepen bij ons in de kamer. Onvoorstelbaar hoe gastvrij deze mensen zijn. Ook de volgende dag toen we gingen eten, hebben we ongeveer vijf keer moeten zeggen dat we echt niet nog meer konden verteren. Ze waren overbezorgd of wij toch wel genoeg te eten zouden krijgen.
Verder heeft Arnold ons ook meegenomen naar Balea. Dit is een berg die op ongeveer anderhalf uur rijden van Sibiu ligt. Met een ontzettend gammele cabine-lift zijn wij naar boven gegaan. En nu weet ik weer iets wat ik leuk vind aan Roemenië; de natuur. Het was zo ontzettend mooi daar, echt geweldig.
In fysio II mogen we steeds meer gaan doen. Wij behandelen de patienten nu op de manier die wij gewend zijn. Op een aantal punten is dat hetzelfde als wat wij doen, maar op andere punten verschilt de therapie. De afgelopen weken hebben we al een aantal keren gezien dat ze onze therapie soms ook overnemen. Dit is erg leuk om te zien. Nu zijn we eindelijk zover dat we op het niveau zijn van kennis uitwisselen. Dit kwam ook heel sterk naar voren toen een van de therapeutes mij vorige week vroeg of ik haar wilde uitleggen hoe ik een schouder van een patiënt behandel, omdat ze gezien had dat ik dat anders doe dan dat zij doen. En natuurlijk hebben we haar dat met veel plezier uitgelegd.
Wat betreft ons project hebben we een analyse gemaakt van de oefeningen die de patiënten nu krijgen. Wij hebben besloten om het te beperken tot de patiënten die arthrose (of ook wel “slijtageklachten” genoemd) hebben. We hebben te weinig tijd om de andere aandoeningen er ook bij te betrekken. Na het maken van de analyse van de oefeningen, zijn we op zoek gegaan naar literatuur over deze aandoening en de resultaten met oefentherapie. Deze voorbereiding maken we om ook naar de therapeutes en de artsen uit te kunnen leggen waarom wij denken dat er op deze manier therapie gegeven moet worden en waarom deze oefeningen belangrijk zijn.
Komende week gaan we naar dr. Luca om te vragen of we ook een dag met hem mee kunnen kijken. Zodat we een beeld krijgen van de manier waarop de artsen hier de patiënten onderzoeken. Ook dit is belangrijk voor ons project, omdat de artsen de therapie voorschrijven die de therapeuten moeten geven. Onze oefenschema’s moeten dus uiteindelijk door de arts voorgeschreven worden.
[/tab]
[tab title=”23 april”]
23 april
En ook nu moet ik bekennen dat het weer ernstig lang geduurd heeft voordat ik iets van me heb laten horen. De reden: we hebben veel gedaan met de Urgenta-mannen en toen zij weggingen, kwamen mijn vriend en zijn zus langs. En mensen, jullie kunnen vast wel begrijpen dat ik dan toch liever wat tijd met hem doorbreng dan met het typen van een bericht voor op de site. En zeker niet de laatste reden, de laatste week zijn we erg druk bezig geweest met onze projecten. Maar goed, ik zal maar beginnen waar ik vorige keer gebleven was.
In het tweede weekend dat de Urgenta-mannen er waren zijn we met hun naar Porumbacu geweest. Een ander klein plaatsje net buiten Sibiu.Hier hebben wij kunnen genieten van het prachtige weer en van de grote gastvrijheid van de Roemenen. Overal waar we liepen moesten we binnen komen, werd er koffie gezet en moesten we tuica of de zelfgemaakte wijn drinken. De gastvrijheid van de Roemenen is iets dat ik nooit meer zal vergeten denk ik.En hier hebben we ook nog iets leuks meegemaakt. De zoon van een oude dame waar we geweest zijn, is nog een paar jaar schaapherder geweest. Hier heeft hij een paar schapenvachten aan over gehouden. Jan was daarvan op de hoogte en heeft geregeld dat wij deze vachten aan mochten doen. En dat heeft enige lachwekkende foto’s opgeleverd.
Op zondag van dit weekend heeft Arnold ons meegenomen naar Paltinis. Een berg in de buurt van Sibiu. En ook dit was weer indrukwekkend mooi. De Roemeense klederdracht hebben we net misgelopen omdat deze persoon niet thuis was. Maar wie weet, we hebben nog 5 weken. Verder hebben we ook het iconenmuseum in Sibiel gezien. Toen we daar naar toe reden, kwamen we door een dorpje waar erg veel ooievaarsnesten waren. En nu kan ook ik zeggen dat ik een echte ooievaar heb gezien. Verder zijn we ook naar een groot stuwmeer geweest. Ja mensen, Arnold heeft ons echt op sleeptouw genomen. En wij vinden dat niet erg. Bij dat stuwmeer, mochten we niet op de dam lopen en foto’s nemen is ook uit de boze. Er werd ons verteld dat dat was, omdat het een staatsgeheim is ofzo iets. Ik begrijp het ook allemaal niet. Maar dat was op zich ook weer een leuke ervaring.
In de week volgend op dat weekend zijn de Urgenta-mannen op woensdag om 6.15 uur vertrokken. En natuurlijk hebben wij hun even uitgezwaaid. Het was dan wel in pyjama, maar het gaat om het idee toch? Het heeft ons 500 ballonnen opgeleverd. En Arnold: het is inderdaad geweldig om de kleine Roemenen daar blij mee te maken. Tegenwoordig gaan we elke dag met onze jaszakken vol ballonnen over straat en als we een kleine roemeen tegenkomen blazen we ze op en geven ze weg. En Arnold: wij kunnen nu ook ijsjes maken!!!!!!!
En toen kwam er weer een geweldige week. Mijn verloofde en zijn zus zijn namelijk een weekje langsgeweest. In die week hebben wij voor gids gespeeld. Het is erg grappig om te merken dat zij op alle dingen in Roemenië dezelfde reactie hebben als dat wij hadden. En omdat we in die week niet zoveel hebben kunnen doen voor onze projecten, hebben we het afgelopen week ontzettend druk gehad. We hebben onze oefenschema’s af en moeten nu wachten op dr. Luca. Hij moet zijn mening erover geven, want hij is een van de artsen die de therapie voorschrijft aan de patiënten. Wij wachten dus vol spanning af.
Ondertussen blijven we gewoon werkzaam in Fysiotherapie II. Dankzij onze Roemeense lessen zijn we nu in staat om te kunnen communiceren met de patiënten. Zelfs met de alleen Roemeens sprekende therapeute kunnen we nu kleine conversaties voeren. We zijn onze lerares erg dankbaar daarvoor. En wat nog leuker is, is dat we kunnen zien dat de therapeutes langzaamaan, steeds meer dingen van ons gaan overnemen. Het zijn zomaar kleine veranderingen in het geven van de therapie. Het meest leuke hiervan is dat ze deze veranderingen volledig vrijwillig invoeren. Het enige dat wij daarvoor gedaan hebben, is dat we de patiënten op onze eigen manier hebben behandeld de afgelopen drie maanden. Dit hebben we gewoon vol gehouden en nu gaan de therapeutes inzien dat ook zij dingen kunnen overnemen van ons. Ook beginnen ze oefeningen uit een paar van onze boeken aan de patiënten te geven. En het leuke is dat allebei de therapeutes enthousiast aan het worden zijn. In het begin was er een wat minder enthousiast. We hebben dus goede hoop voor de resterende weken.
We hebben nu ook nog een ander project. Toen de Urgenta-mannen hier waren, is Arnold ook naar een Kinder Infectiehuis geweest om daar een beetje te gaan kletsen over projecten voor hun enzo. Toen hij vertelde dat wij hier waren, was de directrice gelijk geïnteresseerd. Zij vroeg aan hem of wij misschien een keertje langs konden komen, om te kijken of er iets met bewegingstherapie gedaan zou kunnen worden. Dus zijn wij gegaan. Ons gesprek resulteerde in de afspraak dat wij nu twee keer in de week gymlessen geven aan drie AIDS/HIV-patiëntjes daar. En dat is erg leuk. De kinderen hebben het erg nodig. Zij hebben voorheen bijna geen beweging gehad. Dus hun conditie is erg slecht en ook zijn ze behoorlijk stijf. Maar goed, met een beetje springen en dansen op muziek van de televisie, hopen we daar wat verandering in te kunnen brengen. Ik denk dat we de komende week een keer met de directrice moeten overleggen, hoe deze bewegingsuurtjes gecontinueerd kunnen worden als wij weg zijn.
Volgens mij heb ik nu wel weer ongeveer alles verteld. Tot de volgende mail…
[/tab]
[/tabs]